Ze waren acht handen op één buik. Een ongelofelijk hecht gezin. En dat zijn ze eigenlijk nog altijd. Stéphanie, Carine en Dirk moesten negen jaar geleden na een ongeval totaal onverwacht afscheid nemen van broer en zoon Olivier (25). Als ze vandaag een nieuw evenwicht gevonden hebben, heeft de uitvaartbegeleiding bij Sereni Quirijnen daar veel mee te maken. “Door dat intens mooie afscheid hebben we een doorstart kunnen maken naar een ander leven.”
Bijzonder, Kennis, Kinderen, Rouw
Gezin getuigt over afscheid van zoon en broer
Foto’s © Bart Van Leuven
Ze waren acht handen op één buik. Een ongelofelijk hecht gezin. En dat zijn ze eigenlijk nog altijd. Stéphanie, Carine en Dirk moesten negen jaar geleden na een ongeval totaal onverwacht afscheid nemen van broer en zoon Olivier (25). Als ze vandaag een nieuw evenwicht gevonden hebben, heeft de uitvaartbegeleiding bij Sereni Quirijnen daar veel mee te maken. “Door dat intens mooie afscheid hebben we een doorstart kunnen maken naar een ander leven.”
Door dat intens mooie afscheid hebben we een doorstart kunnen maken naar een ander leven.
Haarfijn, uur na uur kunnen ze nog de dag beschrijven. Hoe koud het was, die maandag in februari, vol met sneeuw en ijs. Hoe Olivier na maanden van hard werken als beginnende zelfstandige de zon zou opzoeken met zijn vriendin. Hoe luttele uren na zijn vertrek naar de luchthaven plots twee agenten aan de deur stonden in Ekeren, samen met iemand van slachtofferbejegening. Hoe die Carine op een stoel neerdrukten, vertelden dat haar zoon gestorven was en zij alleen maar kon denken: neen, neen, het is niet waar. “Het is alsof je uit je lichaam treedt op dat moment”, vertelt ze. “Het leven valt in een miljoen stukken uiteen.” Hoe ze niet in staat waren om te huilen, maar gewoon stil en verdwaasd naast elkaar op de trap bleven zitten. Om tenslotte naar het ziekenhuis te vertrekken in Charleroi. En te zien hoe mooi hij nog altijd was, in dat ziekenhuisbed. Zijn lichaam dat dan wel weerloos was geweest tegen de klap, maar zijn gezicht en armen ongeschonden. Carine: “Zelfs de verpleegster zei het: wat een mooie man.”
Ja, hij wás een mooie man. Ze vertellen het graag. Mooi, op zoveel manieren. Fysiek: de rijzige jongen met présence en charisma, die vol ambitie zijn renovatiebedrijf uitbouwde en niet zelden hoofden deed draaien als hij voorbijliep. Maar mooi ook aan de binnenkant: de lieve positivo met die speciale energie, bij wie mensen zo graag in de buurt wilden zijn. De gangmaker op feestjes ook, met een enorme joie-de-vivre, voor wie horeca-uitbaters met plezier hun beste tafeltje reserveerden. Maar die ook altijd oog had voor anderen en klaarstond om te helpen waar hij kon. Stéphanie: “Hij was een natuurlijke leider, iemand waar mensen naar luisterden en opkeken. Maar zonder zich boven een ander te zetten. Integendeel, hij bracht iedereen samen en was de lijm die mensen bij elkaar hield.”
Om de afscheidsdienst voor te bereiden, kregen ze de hulp van Sereni-medewerkster Barbara Drieghe. “We zagen eerst op tegen de afspraak om het voor te bereiden”, vertelt Stéphanie. “Want wij dachten: hoe kan iemand die hem niét gekend heeft, ons daar op de juiste manier bij helpen? Maar Barbara voelde ons haarscherp aan. Ze luisterde met empathie en gaf woorden aan wat wij voelden. Haar doel was duidelijk om zo goed als mogelijk weer te geven wie Olivier was. Dat heeft ze fantastisch gedaan.”
Niet alleen laten
Het afscheid dat ze voor ogen hadden, zou een eerbetoon moeten zijn, waardig en sereen, aan de persoon die Olivier was en voor altijd zal zijn. Ze klopten aan bij Sereni Quirijnen in Brasschaat. “Verward en met duizend vragen”, zegt Carine. “Je kent daar niets van. En je zit vol emoties. Ik had nooit gedacht dit voor mijn zoon te moeten doen.” Maar ze werden er warm onthaald en omringd met de zorg en de aandacht die ze nodig hadden. Er was oor naar hun wensen. Ja, de eenvoudige kist die ze kozen, kon ook zwart geschilderd worden, wat beter bij Olivier paste. En om de vele mensen voor wie Olivier iets betekende een plek te kunnen geven, zou de afscheidsviering in het kasteel van Brasschaat worden geregeld. In afwachting van de begrafenis konden ze hun geliefde Olivier in het funerarium ook zo vaak als ze wilden bezoeken. “Dat was voor mij heel belangrijk”, zegt Carine. “Ik heb altijd een hechte band met mijn kinderen gehad. We belden veel en stuurden voortdurend berichtjes. En Olivier viel, in zijn vuile werkkleren, ook te pas en te onpas binnen bij ons thuis. Jij ook een koffietje, mam? Je zorgt voor je kinderen, tot de laatste stap. Hoe had ik hem in die kist alleen kunnen laten?”
Negen jaar later denken ze met verdriet, maar ook met dankbaarheid en ontroering aan het afscheid terug. Aan hoe ze in aanwezigheid van meer dan zevenhonderd mensen de ziel van Olivier konden vatten. In de teksten en de muziek, met uiteraard een prominente rol voor Lucky Star van Superfunk, zoals iedereen wist: hét lijflied van Olivier. Maar ook in zijn camionette die geparkeerd stond voor de ingang en die zo duidelijk zijn aanwezigheid liet voelen. Of in de sfeer, die verdrietig was, maar niet triestig, en in de liefde en verbondenheid, die bijna tastbaar waren. En natuurlijk in de woorden van Stéphanie en Carine, die allebei gesproken hebben. “Dat kon niet anders, het was het laatste wat we konden doen.” Ook in de zes vrienden, die zijn kist wilden dragen, was die ziel te voelen. Zonder dat vooraf te spreken, gaven die tegelijk een klapje op die kist, wat een onverwacht maar pakkend eerbetoon werd. Of in de Antwerpse horecazaken die de deuren hadden gesloten opdat niemand van het personeel de dienst van hun geliefde klant zou moeten missen; of in de tientallen mensen die buiten stonden, of de dienst volgden in gangen en toiletten. “Dat hebben we pas achteraf gehoord”, zegt Carine. “Je beseft dat niet op dat moment. Soms denk ik: ik zou wel eens een foto willen zien. Als herinnering, omdat veel toch in een waas aan je voorbijtrekt. Maar ook om te weten hoe anderen de dienst hebben beleefd.”
Eén kan om het goed te doen
Tot op vandaag ziet de familie het mooie en intense afscheid als iets wat noodzakelijk was. Om hun gevoelens een weg te laten vinden. Maar ook als eerste stap in de verwerking. Carine: “Je hebt maar één kans om het goed te doen. Dat hebben we gedaan. Dat biedt enorm veel troost.” Stéphanie verwoordt het zo: “Als het niét verloopt zoals je hoopt, blijf je met negatieve gevoelens zitten die de verwerking in de
weg staan. Want je kunt niets nieuws opbouwen op iets dat niet goed is afgerond. Voor ons was dit afscheid de doorstart naar een nieuw en ander leven.”
Een leven is dat, waarin Olivier nog steeds een grote plek heeft. Want hij is nog altijd bij hen. In de bolvormige keramieken urne die te midden van foto’s en herinneringen
op de buffetkast staat in Ekeren. “Hij is waar hij thuishoort”, zegt Carine. Stéphanie
heeft de urne gekozen. Ze voelde zich aangetrokken tot de uitnodigende vorm en het
warme materiaal. “Ik wilde zeker geen metaal”, zegt ze. Het troost de familie dat veel
mensen er een gewoonte van gemaakt hebben om de urne aan te raken bij het
binnenkomen of het woord tot Olivier te richten. Carine: “Ze wrijven er even over om
hem te groeten. Dat doet altijd plezier.”
Je moet elkaars hand vasthouden en blijven communiceren. Want liefde overwint alles
Maar de aanwezigheid van Olivier reikt verder dan de urne. Ze voelen zijn energie. En putten daar veel kracht uit. Carine: “Hij is er nog. Niet fysiek uiteraard. Maar de realiteit heeft een andere vorm aangenomen. Wij zijn met vier nog altijd samen.” Ook Stéphanie en Dirk voelen het zo aan. Ze zijn ook opgelucht omdat ze hun verdriet op dezelfde manier kunnen beleven. Stéphanie: “In plaats van ons uit elkaar te duwen, heeft het ons dichter bij elkaar gebracht. Ons leven heeft een totaal andere wending genomen. Maar we stappen samen verder op de nieuwe weg.” Carine: “Je moet elkaars hand vasthouden en blijven communiceren. Want liefde overwint alles.”
Dat zegt ze ook altijd op zes februari, de dag van de verjaardag van het ongeval. En de dag waarop vrienden en familie steevast samenkomen in Ekeren om herinneringen op te halen en nog eens met Olivier samen te zijn. Carine schrijft dan altijd een tekst. Die met die woorden eindigt. Liefde overwint alles. “In het begin kun je dat niet altijd geloven”, zegt ze. “Je denkt dat je niet sterk genoeg bent. Maar je bent dat wel. En als je eens twijfelt, gebeurt er altijd wel iets dat het vertrouwen sterker maakt: een herinnering, een liedje op de radio. Dat je doet lachen. Of wenen. Maar vaker lachen. Omdat hij ons, ondanks alles, nog altijd zo gelukkig maakt.”