Voor de internationale Dag van het Geluk – 20 maart – gingen we in gesprek met actrice Katelijne Verbeke. Ze was dit voorjaar te zien in de één-serie ‘Beau Séjour 2’ en acteert al meer dan vier decennia op de planken en op het scherm. “Ik heb na heel wat tegenslagen besloten om niet te blijven somberen in dit leven”, zegt ze, “ik heb besloten om de mooie dingen te blijven zien.”
Bijzonder, cultuur, Kennis, Rouw
In gesprek met Katelijne Verbeke over leven, afscheid nemen en de schoonheid van alledaagse dingen
Tekst: Benedikte Van Eeghem
Foto: Leendert Photography
Voor de internationale Dag van het Geluk – 20 maart – gingen we in gesprek met actrice Katelijne Verbeke. Ze was dit voorjaar te zien in de één-serie ‘Beau Séjour 2’ en acteert al meer dan vier decennia op de planken en op het scherm. “Ik heb na heel wat tegenslagen besloten om niet te blijven somberen in dit leven”, zegt ze, “ik heb besloten om de mooie dingen te blijven zien.”
Die mooie dingen zijn voor Katelijne Verbeke (59) overal te vinden. Ver weg en dicht bij. In groot en klein gezelschap. Maar kinderen en het feit dat je dingen kunt delen, maken echt het verschil: “Twee zomers geleden reisde ik met mijn zoon en dochter naar Rome. We hadden een appartement gehuurd en zaten gezellig op ons terras met lekkere wijn en eten. Ik had maanden op een rij keihard gewerkt, we konden zorgeloos genieten en hadden zicht op de Sint-Pietersbasiliek. Op zo’n moment ben ik intens gelukkig.”
Je leeft voor het acteerwerk, maar omwille van corona ligt de cultuursector nagenoeg stil. Hakt dat in het gemoed, als je niet kunt spelen voor een publiek? Ben je dan minder gelukkig?
“Het heeft een invloed, ja. In het begin van de crisis had ik een vakantiegevoel. Even helemaal niets doen is heerlijk maar nu de situatie blijft duren, geniet ik er niet meer zo van. Ik mis vooral het feit dat je als acteur iets teweegbrengt bij mensen. In oktober vorig jaar speelde ik tussen de twee lockdowns nog een stuk met Warre Borgmans. Het optreden was volledig coronaproof, alles volgens de regels. Maar als je ziet hoe blij mensen daar in die omstandigheden toch van worden… dan ervaar je ook geluk. Dat is onbetaalbaar, net zoals het applaus achteraf. In Gent zeggen ze dan: applaus és eten en dringken.”
Ik was niet klaar om te gaan
Katelijne Verbeke
Geluk draait om de eenvoudige dingen, zeg je, zoals intense momenten met de kinderen. Wat doe je als het tij plots keert? Als het ongeluk zich meldt?
“De impact van ongeluk of verdriet is altijd hevig. Toen ik jaren geleden vernam dat mijn broer was overleden, ben ik letterlijk gevallen. Zo hard was de klap. Mijn spieren werkten niet meer omdat je zulke dingen moeilijk kunt plaatsen. Dat voelde ook zo toen ik het verdict ‘borstkanker’ kreeg. Ik was 49 en besefte: dit is miserie. Ik was in die periode van plan om met een kameraad rond te reizen in het buitenland. De mammografie stond op de agenda en ik wou ze uitstellen, maar de vriend raadde me aan om toch te gaan. Tijdens het onderzoek zag ik aan het gezicht van de arts dat er iets niet oké was. Ik had het zitten. Op zo’n moment word je met je sterfelijkheid geconfronteerd. Daar staan we niet gek vaak bij stil. Ik was helemaal niet klaar om te gaan, hé.”
Hoe slaag je er na zo’n diagnose in om het geluk toch nog vast te grijpen?
“Het luidt dat ik een sterke vrouw ben, maar ik heb op zekere dag gewoon besloten om niet te blijven somberen. Om de mooie dingen van het leven te zien. Net na die mammografie reed ik langs de Boomsesteenweg, het stuk A12 vlakbij Antwerpen. Daar is weinig esthetisch aan, huizen en winkels en betonstroken kleven er aan elkaar. Toch dacht ik: hoe mooi is het hier. En misschien is het wel de laatste keer dat ik dit zie. Vrij snel na de diagnose kwam er ook een telefoontje van Pink Ribbon, of ik wou meewerken de borstkankercampagne. Ik heb daar enthousiast ‘ja’ op gezegd. Ondanks de miserie ben ik niet bij de pakken blijven zitten en blijven doorwerken.”
Geen evidentie, als je zwaar ziek bent.
“Dat is zo, maar ik was volop bezig met een stuk voor De Munt. Daar wisten ze dat ze me geen plezier zouden doen door me ‘thuis te zetten’, dus na elke bestraling ging ik aan de slag. Toch heb ik in die periode ook moeilijke momenten beleefd. Op een dag zat ik op de afdeling radiografie te wachten op mijn behandeling en lag er een weekblad in de wachtkamer, met Marc Van Eeghem op de cover. We waren goeie collega’s, hij had de diagnose prostaatkanker gekregen. Hij vertelde over zijn ziekte en hoe hij tegen de strijd aankeek. We waren ongeveer even oud en dat kwam keihard binnen. Ach… Marc heeft het uiteindelijk niet gehaald, maar toch gaven zijn woorden mij moed. Al besef ik dat de ziekte wel een invloed heeft gehad op de rest van mijn leven.”
Waar zit de sleutel om na zo’n ingrijpende gebeurtenis verder te gaan?
“Je moet in zekere zin de klik proberen te maken. Iedereen kan kanker krijgen, het overkomt zelfs jonge kinderen. Maar ik geef grif toe dat het besef van die sterfelijkheid, erg lastig blijft. Dat valt het hardst op wanneer verjaardagen me herinneren aan mensen die er niet meer zijn.”
Ergernissen proberen ombuigen
Katelijne Verbeke
Waarmee we bij het echte verlies belanden, het feit dat we vroeg of laat afscheid moeten nemen van wie ons dierbaar is. Hoe ga jij daarmee om?
“Alweer door de klik te maken. Geluk is iedere keer proberen te zien wat er wél nog is en de typische menselijke ergernissen proberen om te buigen. Als je zware dingen uit de kelder moet sleuren, dan heb je twee keuzes. Of je zeurt dat je het moet doen, of je zegt tegen jezelf: ik kan dit nog en er zijn mensen die het niet meer kunnen. Pas op, ik slaag er heus niet altijd in om zo te denken, maar ik probeer de switch toch te maken. Dan vind je het geluk keer op keer, net zoals ik dat zal doen wanneer mijn dochter binnenkort naar België terugkeert. Ze heeft een paar jaar in Peru gewoond en gewerkt, als corona het toelaat zal ze deze lente hier landen. Ook al mag ik haar omwille van het virus niet omhelzen, ik besef dat het weerzien een intense brok geluk zal zijn.”
Het is misschien een gekke vraag, maar wat als je op een dag zelf het tijdelijke voor het eeuwige ruilt? Hoe wil Katelijne Verbeke dat haar eigen afscheid eruit ziet? Denk je daarover na?
“Ik wil in elk geval gecremeerd worden en de plaats waar mijn as wordt uitgestrooid, ligt vast. Mijn kinderen mogen het doen, als ze dat nog kunnen. Het afscheid zal niet kerkelijk zijn, omdat ik niet bij een religie wil horen. Daarnaast zeg ik aan mensen dat ik wil dat ze vieren als ik er niet meer ben. Dat ze er een heus feest van maken. Kijk, het doet me weer denken aan het afscheid van Marc Van Eeghem. Er was ondanks het immense verdriet muziek in de Bourlaschouwburg, er was poëzie, er waren belegde pistolets. Sommige mensen dronken misschien zelfs een glas te veel – maar wat maakt dat op zo’n moment uit? Afscheid nemen is in zekere zin het leven vieren. We zijn allemaal op deze bol geworpen zonder dat we erom gevraagd hebben, laten we daar dus maar het beste van maken. Ik denk in die context trouwens vaak aan iets wat mijn huisarts ooit zei. Tijdens een gewone consultatie vroeg ik hem eens of dit of dat niet ‘gevaarlijk’ was. Hij antwoordde heel nuchter: tja, leven is gevaarlijk, geboren worden is gevaarlijk, alles is gevaarlijk. Want op een dag stopt het.”
Hoe sta je tegenover mensen die de stopknop zelf hanteren en voor euthanasie kiezen, wanneer het lijden te zwaar wordt?
“Alle begrip daarvoor. Als ik op een dag vaststel dat ik aan dit leven absoluut niks meer heb, dan doe ik hetzelfde. Zonder twijfel. Maar als je spreekt over zelfmoord… neen, daar sta ik niet achter. Je zou kunnen zeggen dat ook dat een recht is. Mensen mogen ervoor kiezen, maar in wezen is het een heel definitieve oplossing voor een probleem dat meestal tijdelijk is. De achterblijvers worden bovendien geconfronteerd met onmetelijk schuldgevoel en verdriet. Je zult maar de ouder zijn, of de broer of zus van de persoon die de keuze heeft gemaakt. Zo’n verdriet gaat nooit meer over, zelfs al weet je dat je er zelf geen aandeel in hebt. Ik maakte het mee toen een medestudent van me destijds uit het leven stapte. We waren al afgestudeerd, ik was op dat moment voor de eerste keer zwanger. Die vriend heeft plots een eind aan zijn leven gemaakt. Ik was zwaar geschokt, maar ook toen heb ik weer die klik in mijn hoofd gemaakt. Er was ander leven op komst, ik droeg een kind en dat geluk wou ik boven het verdriet om de overledene plaatsen. Ik heb de uitvaart niet bijgewoond en de tranen zijn pas veel later gekomen, na de geboorte van mijn zoon.”
Je wordt dit jaar 60, je levenspad heeft intense en verdrietige momenten gekend. Mogen we jou ondanks alles een gelukkige madam noemen?
“Zeker weten, want weet je wat ik altijd zeg? Geluk stopt niet. Het komt en het gaat, net zoals verdriet en dat is een heel bijzonder mechanisme. De Franse auteur Georges Perec heeft het zeer mooi beschreven. Hij legde uit dat mensen die verdriet ervaren dat te groot is om te dragen, vaak uit zichzelf stijgen. Ze gaan boven dat verdriet zweven. Die gedachte hanteer ik bijna mechanisch bij intens verdrietige momenten. Ik ontstijg ze in zekere zin en prent mezelf in dat ik het verdriet zo gestalte moet geven, als actrice. Noem het gerust beroepsmisvorming, maar die filosofie helpt me om de dingen een plek te geven. Anders haal je op de slechtste momenten het eind van de dag niet. Je moet kunnen loslaten, zoals The Beatles dat zongen in ‘Hey Jude’: ‘Hey Jude, refrain, don’t carry the world upon your shoulders’. Het lied was geschreven voor de jonge Julian Lennon, na de scheiding van zijn ouders. Julian zag zijn vader later vermoord worden: alweer een onmetelijk verdriet. Je kunt bij zulke gebeurtenissen alleen maar hopen dat mensen in staat zijn om de dingen een plek te geven en dat ze niet gedurig het volle verdriet alleen moeten torsen. Dan vind je op termijn alsnog het geluk terug.”