Ga verder naar hoofdcontent

Stel, je draagt een handgemaakte wollen sjaal die je grootmoeder voor haar dood ook heeft gedragen. En die ontworpen is naar haar levensverhaal. Is er een mooiere manier om je over de dood heen verbonden te weten? Samen met kunstenares Ilse Van Roy zette Sereni een bijzonder project op poten.

Bijzonder, cultuur, Historiek, Kinderen

Sereni - Ilse Van Roy

Sereni pakt uit met sjaals die tegelijk herinnering zijn en een manier om over het leven te praten.

Stel, je draagt een handgemaakte wollen sjaal die je grootmoeder voor haar dood ook heeft gedragen. En die ontworpen is naar haar levensverhaal. Is er een mooiere manier om je over de dood heen verbonden te weten? Samen met kunstenares Ilse Van Roy zette Sereni een bijzonder project op poten. 

Lieselotte Quirijnen heeft net een doos gekregen van kunstenares Ilse Van Roy. Een doos met daarin de handgemaakte wollen sjaal in diepe warme tinten, die ze speciaal voor haar bomma heeft laten maken. En die ze binnenkort aan haar grootmoeder in het woonzorgcentrum zal overhandigen.

De sjaal maakt deel uit van Je ne suis pas le vent, een project dat Sereni met de kunstenares op poten heeft gezet. Ilse, die een passie heeft voor textiel en breigoed, ontwerpt op vraag van Sereni sjaals ‘op maat’. Dat ‘op maat’ valt letterlijk te nemen: het zijn sjaals waarin de kunstenares op subtiele manier verwijzingen verwerkt naar het levensverhaal van de persoon voor wie ze zijn gemaakt. Denk aan stipjes voor het aantal kinderen, een afgebroken lijn of kruisje als symbool voor verlies, of kleurige staafjes die belangrijke eigenschappen van een mens symboliseren. Het levensverhaal waarop Ilse zich baseert, wordt verteld door de familie, die ook de basiskleur kiest. Als de sjaal klaar is, wordt hij vaak als verrassing aan de betrokkene overhandigd, zodat die hem kan dragen en zich geborgen kan weten. Sluitstuk van het verhaal is dat de sjaal na het overlijden naar de familie terugkeert, zodat die een tastbare en letterlijk hartverwarmende herinnering heeft. “Het is sjaal die verwarmt, omarmt en troost”, zegt Ilse. “Hij moest daarom ook groot genoeg zijn. Zodat de drager zich erin kan wikkelen en troost kan vinden, een beetje zoals baby’s geborgenheid ervaren als ze worden ingebakerd.”

De kunstenares voelde zich onmiddellijk aangesproken door de vraag van Sereni. “De dood is altijd een belangrijk thema geweest in mijn werk. Het mysterie van afscheid nemen en verdwijnen, waardoor het leven zelf nog relevanter wordt. Als jonge vrouw al schuimde ik oude kerkhoven af, op zoek naar overwoekerde graven en tekenen van vergankelijkheid. Vanwaar dat komt? Ik ken best veel mensen die vroeg gestorven zijn. Misschien daarom. En misschien ook omdat mijn vader een rusthuis heeft. Als teken van respect wilde hij vroeger de bewoners die stierven altijd zelf opbaren. Zo heb ik geleerd dat de dood iets waardevols is, dat aandacht moet krijgen. Dat is in mijn kunst blijven hangen.”

Sereni – Ilse Van Roy – Je ne suis pas le vent

Wie tegen het afscheid aanzit, heeft vaak veel meegemaakt.

Ilse Van Roy, kunstenaar.

Ilse heeft diepe gesprekken met familieleden. “Verhalen die binnenkomen”, zegt ze. “Wie tegen het afscheid aanzit, heeft vaak veel meegemaakt.” Het is voor haar een uitdaging om met kleuren en symbolen een sjaal te maken die de persoon letterlijk en figuurlijk past. “Maar als het lukt, geeft dat erg veel voldoening.” 

Emotioneel gesprek

Sereni schenkt de sjaals in de eerste plaats aan mensen in woonzorgcentra, die door corona nog meer in het isolement zijn geduwd. “Zo ook mijn bomma”, zegt Lieselotte. “Sinds maart heb ik haar niet meer echt gezien of kunnen vastpakken, ook niet toen ze in december haar vijfentachtigste verjaardag vierde. Enkel online of vanop straat. Maar ze woont op de derde verdieping. Eens ‘gaan zwaaien’ is een frustrerende zaak.”

De sjaal voor haar bomma heeft oranje en blauw als basiskleuren. Lieselotte wikkelt zich erin en lacht. “Tot ik hem overhandig, doe ik hem niet meer uit.” Ze streelt met haar hand over de verticale streepjes die de belangrijkste eigenschappen van haar bomma symboliseren:  kranigheid, zorgzaamheid, doorzettingsvermogen, zelfstandigheid. “Ik ben fier op haar”, zegt ze. Ze kijkt er ook naar uit om de sjaal te overhandigen. Liefst zelf, maar als corona het nog lang niet toelaat, via haar mama, die wel binnen mag in het woonzorgcentrum.

Tot ik hem overhandig, doe ik hem niet meer uit.

Lieselotte Quirijnen

Het is Lieselotte niet enkel om het cadeau te doen  al denkt ze dat haar bomma blij zal zijn  maar ook om het gesprek. Bedoeling is immers dat de sjaals ook voor verbinding zorgen in families en mensen stimuleren om met elkaar te praten. Ilse: “Op het moment dat het einde nadert de vraag stellen: hoe blik jij op je leven terug?, dat is erg waardevol. Maar we doen het niet vaak. Omdat het er niet van komt. Of omdat zaken gevoelig liggen. De sjaal wil ook een uitnodiging zijn om dat gesprek toch aan te gaan.” 

Voor Lieselotte wordt het spannend. Ze heeft een goede band met haar bomma, bij wie ze tijdens schooltijd elke dag ging eten. “Maar tot een echt gesprek is het al lang niet meer gekomen”, vertelt ze. “Mijn bomma heeft geen gemakkelijk leven gehad. Ze is jong haar man verloren. Met drie van haar vijf kinderen heeft ze geen contact meer. Ze zegt dat niet, maar diep vanbinnen zit er veel verdriet.”   Lieselotte wil haar moed bijeenrapen en het gesprek toch aangaan.  “Het zal emotioneel zijn. Voor mij en voor haar. Ze komt ook uit de generatie van: niet flauw doen en doorgaan. Maar meer dan ooit besef ik dat haar einde dichterbij komt. In de tijd die we nog hebben, zou ik de band graag aanhalen, zodat we nergens spijt van hoeven te hebben. Ik hoop dat ik die boodschap kan geven: je hoeft je voor ons niet in te houden, je verhaal is welkom.”

“Het is zo nodig om met verlies en afscheid nemen iets te doen”, vindt ook Ilse. “Maar dat zit niet meer in onze cultuur. We hebben geen enkele ‘voorfase’ meer rond afscheid nemen. We verzorgen mensen niet meer thuis, houden de doden niet meer thuis. We zijn de grootouders al jaren voor ze sterven kwijt. Maar we mogen de connectie met ouder worden en sterven niet verliezen. Ik denk dat het ten goede komt aan de mensheid in het algemeen.”

Sereni – Ilse Van Roy – Je ne suis pas le vent – Uitvaartzorg Quirijnen in Brasschaat.

Geen taboe

Voor Lieselotte sluit dat idee aan bij haar werk in het uitvaartcentrum. “Ik voel vaak dat mensen vragen hebben. Vind je het niet eng? Of: Zo jong en zo vaak tussen de doden… Maar de dood is voor mij geen taboe. Neen, de dood hoort bij het leven en is voor mij een moment dat je niet zomaar voorbij mag laten gaan. Ik ben er natuurlijk in grootgebracht. Maar ik heb het altijd heel mooi gevonden om te zien wat je kunt doen om iemand een waardig afscheid te geven, dat ook voor de nabestaanden heilzaam is.”

De titel van het project is in dat opzicht raak gekozen. Je ne suis pas le vent. Ik ben de wind niet, ik zal niet altijd blijven waaien. “Misschien klinkt dat hard”, zegt Ilse. “Jij gaat hier niet blijven. Maar tegelijk is het waardevol dat je die harde boodschap omarmt en er iets mee doet, zodat het afscheid zich verstrengelt met het leven.”

De kunstenares hoopt dat de sjaals effect zullen hebben en families dichter bij elkaar zullen brengen. “Al hebben ze zelfs maar even oprechte aandacht voor elkaar, dan is het voor mij al geslaagd.” En dat de sjaals, in fijne Italiaanse wol, ook mooi bevonden en gedragen worden, hoopt ze natuurlijk ook. Lieselotte is dat vast van plan. “Ik hoop uiteraard dat het nog even duurt. Maar het idee dat er na haar dood iets tastbaars van mijn bomma zal zijn, vind ik erg belangrijk. Zodat ik haar nog heel lang heel dicht bij mij zal kunnen houden.” 

Tekst door Annelies Rutten
Fotofgrafie © Bart Van Leuven